Na de wijziging van de BTW-wetgeving van 1 januari 2013 werd meermaals een tolerantie toegestaan, omdat de impact op de commerciële praktijk aanzienlijk was. Op 1 januari 2016 traden nieuwe BTW-regels in werking die de factuur opnieuw in zijn waarde herstellen.
B2B - De factuur bepaalt de opeisbaarheid van de BTW
Dit geldt voor alle facturen, ook voorschotfacturen. De uiterste datum van factureren is de 15e van de maand die volgt op de levering of de dienst. Ook als geen factuur uitgereikt wordt is dit de uiterste datum van opeisbaarheid. Het is dus belangrijk dat u steeds tijdig factureert.
Voorbeeld:
- levering op 10/03/2016 laat toe om te factureren tot 15/4/2016
- factuur op 17/3/2016 is opeisbaar in maart 2016 of kwartaal 1 (indienen tot 20/4)
- factuur op 10/4/2016 is opeisbaar in april 2016 of kwartaal 2 (indienen tot 20/5 of 2/7)
Uitzondering: Wanneer de betaling zowel factuur als levering/dienst voorafgaat, bepaalt de datum van de betaling de opeisbaarheid. Om dit op een snelle en eenvoudige manier te beheren, volstaat het een voorschotfactuur te registreren, die nadien geregulariseerd kan worden met de definitieve factuur.
Bij intracommunautaire leveringen van goederen is de factuur nu al doorslaggevend, bij diensten is de factuur van geen belang maar wel het moment waarop de dienstverlening beëindigd is.
B2C & B2G (overheidsinstelling) - het ogenblik van betaling bepaalt de opeisbaarheid van de BTW
De BTW dient dus niet voorgefinancierd te worden in deze gevallen. In AAA Financials en Adfinity kan je gebruik maken van de BTW-datum/periode om een datum van aangifte te beheren die verschilt van de factuurdatum. De B2B-regels mogen wel toegepast worden en de BTW kan altijd vervroegd voldaan worden.
Verplichte vermeldingen op de factuur blijven de uitreikingsdatum en datum belastbaar feit indien deze verschillend zijn. Voor voorschotfacturen zou deze laatste niet verplicht zijn wegens vaak onbekend.
