In mijn vorige blog, heb ik reeds toegelicht wat de uitgebreide mogelijkheden zijn van VBA in Excel.
In deze blog zal ik toelichten hoe je VBA kan activeren, gevolgd door een praktisch voorbeeld.
Om met VBA van start te kunnen gaan, is het nodig om de Developer tool te activeren in Excel. Dit kan eenvoudigweg door rechts te klikken op een bestaande tab (Bv. “View”) en vervolgens “Customize the Ribbon…” te selecteren. Ten slotte geven we aan dat we “Developer” in de Main Tabs willen toevoegen.
Om de mogelijkheden van VBA in praktijk te tonen, volgt hier een uitgewerkt voorbeeld:
De macro’s zijn enerzijds gegenereerd op basis van de ‘Record Macro’ functie, anderzijds zijn deze uitgebreid door zelf geschreven code.
Met de knop “Generate numbers” ga ik de rijwaardes (+1) invullen in kolom A en ga ik voor kolom B willekeurige nummers genereren.
Nu dat kolom A en B zijn opgevuld, kan ik met de knop “Calculate” enkele formules uitvoeren. Namelijk het vermenigvuldigen en optellen van kolom A en B om vervolgens het verschil tussen kolom C en D te bereken. Deze macro heb ik bijvoorbeeld via ‘Record Macro’ laten generen.
Om de oefening opnieuw te doen, zal ik mijn tabel terug moeten leegmaken. In plaats van dit handmatig te doen, heb ik hiervoor eveneens een macro toegevoegd. Deze macro zal mijn tabel simpelweg leegmaken.
Een kleine uitbreiding is het automatisch opslaan van de Excel. Hiervoor heb ik de knop “Save & Quit” toegevoegd.
Deze zal de Excel opslaan en mij vragen of ik meteen de map wil openen waar mijn Excel is opgeslagen.
Om te vermijden dat een oud bestand wordt overschreven, heb ik ervoor geopteerd om met een unieke sleutel te werken. Namelijk een combinatie van de huidige datum en tijd.
Zoals je ziet, is het met VBA mogelijk om automatisch Excel commando’s uit te voeren. Tegelijk laat het ook toe om externe applicaties te openen die vervolgens via VBA gebruikt kunnen worden. Het grootste voordeel van VBA is dat je zelf functies kan creëren via ‘Record Macro’ waardoor programmeerkennis geen vereiste is.
